Kinderrechter vindt dat minderjarige in gesloten accommodatie beter af is dan in JJI
De kinderrechter concludeert dat de regels, structuur en het toezicht gedurende het verblijf van de minderjarige bij zijn broer en bij zijn oma onvoldoende zijn gebleken, in die zin dat sprake is geweest van een terugval in strafrechtelijk verwijtbaar gedrag waardoor hij nu weer in voorarrest zit. De GI ziet geslotenheid tot de minderjarige volwassen is als enige optie om hem (1) vanuit een ondertoezichtstelling te kunnen begeleiden; (2) de juiste opvoeding en verzorging te bieden en (3) passende ondersteuning richting een diploma en/of werk te bieden. De minderjarige zegt zelf ook tot het inzicht te zijn gekomen dat de gesloten plaatsing voor hem op dit moment noodzakelijk is. Naar het oordeel van de kinderrechter is hij daar beter af dan bij verblijf in een justitiƫle instelling.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 16-05-2022