In deze signalering wordt deze conclusie van de advocaat-generaal zeer kort samengevat. Na scheiding gaan de kinderen bij de vader in Marokko wonen. Het verzoek om eenhoofdig gezag door de moeder in Nederland is toegewezen door de rechtbank, maar niet-ontvankelijk verklaard door het hof. Reden daarvoor is dat de gewone verblijfplaats van de kinderen niet in Nederland is en dat zelfs als de kinderen ongeoorloofd naar Marokko zouden zijn gebracht, de moeder te laat is geweest met het indienen van een teruggeleidingsverzoek. De advocaat-generaal oordeelt dat de klachten van de moeder niet tot cassatie kunnen leiden. Van een verrassingsbeslissing is geen sprake; internationale bevoegdheidsregels zijn van openbare orde en moeten ambtshalve worden toegepast. De advocaat-generaal meent dat de door de vrouw aangevoerde redenen (dat de man drugsdealer was, die haar paspoort had ingehouden, dat ze na teruggave van het paspoort binnen anderhalve maand maatregelen heeft getroffen) onvoldoende expliciet duidelijk maken dat zij niet eerder in actie kon komen, waarbij opgemerkt wordt dat de feitenrechter ruime vrijheid heeft.
Parket bij de Hoge Raad, 10-01-2025