Spoeduithuisplaatsing ten onrechte verleend en verzoek reguliere machtiging disproportioneel

Voor het hof is onvoldoende duidelijk geworden waarom een behandeling van een regulier verzoek tot uithuisplaatsing niet kon worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige. Met betrekking tot het reguliere verzoek tot uithuisplaatsing heeft de GI, kort gezegd, aangegeven dat de zoon in een neutrale setting (pleeggezin) tot rust moet komen. Het hof begrijpt dit verzoek, maar voor het hof blijft onduidelijk waarom de minderjarige niet bij zijn vader kon worden geplaatst en/of inzet van andere hulpverlening geen optie meer was. Beide verzoeken worden daarom afgewezen.

Toestemming erkenning door onder curatele gestelde moeder. Een hoogstpersoonlijke rechtshandeling, waarvoor toestemming van de kantonrechter vereist is. Analoge toepassing artikel 1:204 lid 5 BW.

De rechtbank heeft het vaderschap gerechtelijk vastgesteld van X die voordien is overleden. De vader en broer van X verzoeken in hoger beroep vernietiging van de beschikking. Verzoekers zijn geen belanghebbende in de zin van artikel 798 lid 1 eerste volzin Rv. Zij worden veroordeeld in de proceskosten, omdat zij de procedure lichtvaardig hebben aangespannen.

Artikel 1:265g BW. De rechter stelt niet het hoofdverblijf van de kinderen vast, maar een zorgregeling waarbij de kinderen heel beperkt bij de moeder zijn. Genoemd artikel is terecht toegepast.

Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat het gezamenlijk gezag, ondanks het ontbreken van contact tussen de vader en de minderjarige, moet worden voortgezet.

Geen wettelijke grondslag voor verzoek vader zonder gezag om hem samen met de huidige voogd, een rechtspersoon, met het gezag te belasten.

Ondertoezichtstelling ongeboren kind. Vader heeft kind erkend en staat onder curatele. Vader als belanghebbende aangemerkt omdat toewijzing verzoek tot inmenging in zijn gezinsleven kan leiden.

De behoefte van de kinderen wordt afwijkend berekend nu partijen nooit in gezinsverband hebben samengewoond. Daarbij rekent de rechtbank niet met de actuele inkomens van partijen: hoewel het inkomen van de man intussen aanzienlijk is toegenomen, is dat niet hoger dan de toenmalige inkomens van partijen bij elkaar opgeteld. Daarmee wordt de door de Expertgroep Alimentatienormen benoemde ‘drempel’ niet overschreden.

Verzoek om vader met eenhoofdig gezag te belasten toegewezen. Door grote weerstand van de minderjarige is er al een aantal jaar geen contact geweest tussen hem en de moeder. Indien de moeder wordt belast met eenhoofdig gezag kunnen belangrijke beslissingen niet op het vereiste tempo worden genomen.

Beschermingsbewind. Is verweerster aan te merken als ‘andere levensgezel’ van rechthebbende in de zin van artikel 1:432 lid 1 BW en daarmee als belanghebbende in de zin van artikel 798 lid 2 Rv? Daarnaast wordt geklaagd over de afwijzing door het hof van het aanbod tot het horen van een getuige.