De bijzondere curator is, met uitsluiting van andere wettelijke vertegenwoordigers, bevoegd tot vertegenwoordiging van een minderjarige in een verzoek tot ontkenning van het moederschap van de meemoeder. Analoge toepassing van arrest Hoge Raad 31 oktober 2003, ECLI:NL:HR:2003:AJ3261 (ontkenning vaderschap) waarbij een bijzondere curator van een zeer jong kind moet afwegen of de beslissing moet worden uitgesteld tot het moment dat het kind zelf zich daarover een weloverwogen oordeel kan vormen. Gegrondverklaring van ontkenning moederschap.

Verduistering van staat bij adoptie door babywissel. Doorhalen geboorteakte is in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Verbetering van de geboorteakten van verzoekster en van haar kinderen. Geen reden voor proceskostenveroordeling van de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Verzoek tot nietigverklaring, dan wel vernietiging van levenstestament op grond van artikel 3:34 lid 1 BW jo. artikel 3:33 BW afgewezen, omdat eiser te weinig heeft aangevoerd om te oordelen dat moeder ten tijde van de ondertekening van het levenstestament wilsonbekwaam was.

Vaststellen van de behoefte van ouders die nooit in gezinsverband hebben samengeleefd conform het Rapport Alimentatienormen en de wijze waarop daarbij rekening is gehouden met het kindgebonden budget. Verdeling draagkracht over kinderen uit verschillende relaties.

Bijzondere curator en verzoek omgangsregeling met minderjarig zusje.

Erkenning van homoseksuele relatie, schending artikel 8 EVRM door Roemenië, over schending discriminatie op grond van seksuele geaardheid niet geoordeeld.

Afwijzing verzoek tot instellen van bewind en mentorschap. Ondercuratelestelling is noodzakelijk vanwege het risico op financiële of andersoortige problemen en de door curatele geboden derdenbescherming.

De advocaat-generaal gaat in op de ‘uitsluitend grammaticale uitleg’ van een uitlegbeding in een vaststellingsovereenkomst (echtscheidingsconvenant). Volgens de advocaat-generaal motiveert het hof onvoldoende wat de inhoud is van het door partijen overeengekomen beding.

Verweerder verzoekt om een genderneutrale geslachtsregistratie. Het hof wijst dit verzoek toe, met analoge toepassing van de regeling voor transgenders in artikel 1:28 tot en met 1:28c BW.

Het gezag van de moeder, die de zorg voor haar minderjarige zoon niet wil en kan dragen, wordt beëindigd.