Moeder die na scheiding niet met het gezag over de kinderen is belast, wel belanghebbende bij het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling? De advocaat van de moeder voert aan dat zij door de rechtbank ten onrechte niet is aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 798 lid 1 Rv. In afwijking van de uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2014:2665) hierover is de moeder wel belanghebbende. Zij heeft weliswaar geen gezag, maar zij is niet ontheven van het gezag. Zij heeft regelmatig contact met haar kinderen en met de gezinsvoogd. Zij is geen moeder op afstand. Zij wordt door de ots rechtstreeks in haar belangen geraakt. Zij wil graag uitbreiding van de omgangsregeling, maar ziet de gezinsvoogd op haar weg. Het hof overweegt in navolging van de genoemde uitspraak van de Hoge Raad dat de moeder door de ots niet rechtstreeks, maar hooguit indirect in haar belangen wordt geraakt en geen belanghebbende is bij de ots. Dat de moeder niet ontheven is van het gezag, maar het gezamenlijk gezag na echtscheiding beëindigd is, maakt dit niet anders. Uit de uitspraak van de Hoge Raad vloeit niet voort dat dit onderscheid van belang is voor de beoordeling van het belanghebbendebegrip.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 08-10-2015