Verzoek verklaring van overlijden afgewezen. Onvoldoende objectieve en verifieerbare gegevens.

Ondercuratelestelling afgewezen. Onnodig grote inbreuk op autonomie en daarmee in strijd met het VN-Verdrag inzake handicap.

Vervangende toestemming inschrijving basisschool afgewezen.

Kort na een DNA-onderzoek heeft de man die niet de biologische vader van het kind bleek te zijn geldbedragen overgeboekt van de bankrekening ten name van het kind en van de gemeenschappelijke bankrekening naar zijn eigen bankrekening. Kan de man in hoger beroep een geslaagd beroep doen op de buitengerechtelijke vernietiging van het echtscheidingsconvenant? Is sprake van ongerechtvaardigde verrijking van de man door de overboekingen van de geldbedragen naar zijn eigen bankrekening? Heeft de vrouw onrechtmatig gehandeld door haar twijfel over het biologisch vaderschap van de man te verzwijgen?

De Hoge Raad geeft een artikel 81 lid 1 RO-oordeel. De vraag is of een koopovereenkomst ter zake van onroerend goed vernietigd kan worden op grond van het bestaan van een geestelijke stoornis (art. 3:34 BW). De vrouw beroept zich op gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW).

De vraag is of een koopovereenkomst ter zake van onroerend goed vernietigd kan worden op grond van het bestaan van een geestelijke stoornis (art. 3:34 BW). De vrouw beroept zich op gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW).

Verdeling ontbonden huwelijksgoederengemeenschap; verbeuren aandeel in gemeenschappelijk goed (art. 3:194 lid 2 BW); opzettelijke verzwijging; stelplicht- en bewijslast; derogerende werking redelijkheid en billijkheid; proceskostenveroordeling.

Verzoek tot gezamenlijk gezag van moeder en zus van moeder op grond van artikel 1:253t BW toegewezen omdat er voldoende sprake is van gezamenlijke zorg. Andere alternatieven (ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing of beëindiging gezag) gewogen maar niet aan de orde.

Thuiszorgmedewerker is niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen de beschikking waarbij een mentorschap is ingesteld voor betrokkene op verzoek van de bewindvoerder.

Vervangende toestemming ex artikel 1:336a BW met spoedbeslissing zonder horen van belanghebbenden toegepast analoog aan de regeling voor dergelijke zaken op basis van artikel 1:265i BW en artikel 800 jo. 809 Rv.