HR: bij de bepaling van kinderalimentatie dient het kindgebonden budget in aanmerking te worden genomen bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt.

HR: ouders zijn onderhoudsplichtig jegens hun jongmeerderjarige kinderen, ook als zij niet behoeftig zijn doordat zij in hun eigen levensonderhoud voorzien.

Fourkiotis/Griekenland

Tenuitvoerlegging omgang. Artikel 8 EVRM. Autoriteiten hebben geen praktische maatregelen genomen. Gijzeling geen geschikt middel. Schadelijk effect van vertraging in procedures. Weigeren van inzage in medische rapporten voorbereid in opdracht van de rechtbank.

Buitenlandse adoptiebeslissing ten aanzien van de man niet voor erkenning vatbaar in Nederland, omdat de beginseltoestemming alleen aan de vrouw is verleend. Strijd met de Nederlandse openbare orde.

Draagkracht alimentatieplichtige. Mogen dividenduitkeringen redelijkerwijs worden verwacht en bij het inkomen worden opgeteld?

Hebben partijen gezamenlijk een digitaal verzoek tot gezamenlijk gezag gedaan? Het hof is daarvan niet overtuigd en gelast doorhaling van de aantekening gezamenlijk gezag in het gezagsregister.

Is eerdere beschikking hof van 18 juli 2012 dat niet is aangetoond dat de vrouw met een ander samenleefde als waren zij gehuwd vanaf 1 september 2011 vatbaar voor wijziging? Getuigenverhoor en afspelen van dvd.

Is de stiefvader onderhoudsplichtig jegens zijn stiefzoon? Daarvoor moet worden vastgesteld of de stiefzoon tot het gezin behoort van zijn moeder en stiefvader. Het hof oordeelt dat in de omstandigheden van dit geval de stiefzoon niet tot dit gezin behoort en dat de stiefvader derhalve jegens hem niet onderhoudsplichtig is.

Nihilstelling partneralimentatie na verloop van drie jaar. De alimentatiegerechtigde vrouw is tamelijk jong, 36 jaar. Uit het huwelijk zijn geen kinderen geboren. Zij heeft een academische opleiding afgerond. Het hof gaat ervan uit dat de vrouw binnen een termijn van drie jaar na ontbinding van het huwelijk in haar eigen levensonderhoud kan voorzien.

In deze zaak gaat het om de vraag of twee beslissingen inzake ouderlijke verantwoordelijkheid die zijn gewezen door een rechterlijke autoriteit in de Verenigde Staten, in Nederland kunnen worden erkend. In het kader van de erkenning spitst het geschil zich toe op de vraag of de rechtsmacht van de Amerikaanse rechter is gebaseerd op een internationaal aanvaardbare bevoegdheidsgrond. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend.