‘Afstandsmoeders’-zaak; heeft Raad voor de Kinderbescherming in de periode 1956-1984 onrechtmatig gehandeld jegens moeders die hun kind in die periode hebben afgestaan ter adoptie? Onjuiste/onvolledige voorlichting? Ontvankelijkheid; gelijksoortigheidsvereiste artikel 3:305a BW. Verjaring; naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?

Omgangsregeling minderjarige. Beslissing over reiskosten voor effectuering omgang.

Vervangende toestemming medische behandeling. Meisje van 6 jaar met gehemeltespleet (platoschisis) en forse gehoorproblemen. Ondanks medisch advies willen ouders geen operatie. De kinderrechter is van mening dat de operatie nu zo snel mogelijk moet worden uitgevoerd en geeft daarvoor toestemming. De operatie is noodzakelijk om ernstig gevaar voor de gezondheid van het meisje af te wenden.

Personen- en familierecht. Artikel 1:431 lid 1 BW. Artikel 1:441 lid 1 BW. Artikel 19 lid 1 Rv. Kinderalimentatie. Beschermingsbewind. Overnemen geding door bewindvoerder als formele procespartij in appel. Beoordeling ontvankelijkheid in eerste aanleg. Hoor en wederhoor.

Verkeerde geslachtsnaam in akte van erkenning. Geboorteakte nog niet opgemaakt. Is wijziging mogelijk?

Verlenging partneralimentatie. Toewijzing verzoek hardheidsclausule artikel 1:157 lid 7 BW.

De man en vrouw – beiden Iraans – zijn in Iran getrouwd en wonen nu in Nederland. Iraans recht wordt van toepassing verklaard op de vordering van de vrouw om de man te veroordelen tot overdracht van de bruidsgave bij scheiding. Nederlands procesrecht is van toepassing op het geldend maken van de vordering.

Vanwege een risico op belangenverstrengeling ten aanzien van financiële belangen wordt het verzoek van ouders om, in plaats van de professionele bewindvoerder, als bewindvoerders benoemd te worden afgewezen.

Hoger beroep. Beschikking bewind.

Verzoek moeder en stiefvader om gezamenlijk gezag en wijziging geslachtsnaam minderjarige op grond van artikel 1:253t BW wordt toegewezen, ondanks dat moeder nog niet drie jaar het eenhoofdig gezag heeft. De in lid 2 van artikel 1:253t BW opgenomen termijn van drie jaar is niet van toepassing als de vader is overleden.