Echtscheiding. Afwijking van de draagplicht bij helfte op grond van de redelijkheid en billijkheid, mede gelet op de aard van de schulden.

Adoptie van een meerderjarige. Het vasthouden aan het minderjarigheidsvereiste levert in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een ontoelaatbare inmenging in het recht op eerbiediging van family life van (stief)dochter en stiefvader. Zij hebben een zwaarwegend belang bij het in overeenstemming brengen van de juridische status met de bestaande feitelijke gezins- en familiesituatie.

Voornaamswijziging. Biologische vader die het kind niet heeft erkend en geen gezag heeft, geen belanghebbende bij het verzoek tot voornaamswijziging van de minderjarige.

Scheiding van tafel en bed; procesrecht. Rechtbank verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek tot scheiding van tafel en bed omdat geen ouderschapsplan is overgelegd. Hof vernietigt de beslissing van de rechtbank en houdt de zaak aan om de vrouw de gelegenheid te geven haar gewijzigde verzoek te betekenen aan de man.

Procesrecht; vader geen belanghebbende bij door de rechtbank afgewezen verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Het hof bepaalt voor de derde keer in korte tijd dat de man geen belanghebbende is bij deze procedure. Het hof veroordeelt de man in de proceskosten van de moeder. De vader heeft terecht geen afschrift van de beschikking ontvangen.

Verzoek tot voorlopig deskundigenonderzoek naar DNA van weefsel van vooroverleden vermeende biologische vader. Doel is om het vaderschap van de juridische vader te ontkennen en gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de reeds overleden vermeende biologische vader te verzoeken. Verzoek wordt afgewezen.

Informele rechtsingang. De minderjarige heeft per brief gevraagd om het gezag van zijn vader te beëindigen en zijn grootouders tot voogden te benoemen. De vader heeft het gezag gekregen na het overlijden van zijn moeder. De minderjarige en zijn vader kennen elkaar niet of nauwelijks. De rechtbank oordeelt dat in een zaak er geen informele rechtsingang geldt. De rechtbank heeft wel een zitting gehouden. Daarin heeft de Raad voor de Kinderbescherming aangekondigd ambtshalve onderzoek te gaan doen. De rechtbank beslist tot afwijzing van het verzoek.

Honner t. Frankrijk, EHRM 12 november 2020, nr. 19511/16

Klaagster en C. hebben een kindje gekregen met behulp van een anonieme donor. Zij voedden het kind samen op en klaagster had het erkend, maar in 2012 gingen klaagster en C. uit elkaar. In de conflictueuze situatie die daarbij ontstond, vond de nationale rechter het niet verstandig om klaagster omgangsrechten met het kind toe te kennen; dat zou niet in het belang van het kind zijn. Volgens het EHRM heeft de rechter dit oordeel gebaseerd op goede gronden en is de kwestie met voldoende zorgvuldigheid behandeld. Er is dan ook geen schending van art. 8 EVRM.

Wettelijk gezien geen informele rechtsingang mogelijk, toch zitting

Een minderjarige jongen schrijft een brief naar de kinderrechter met het verzoek het gezag van zijn vader te beëindigen en zijn grootouders tot voogd te benoemen. De kinderrechter overweegt dat een kind alleen gebruik kan maken van de informele rechtsingang als dat in de wet is bepaald en dat het verzoek van de minderjarige hier niet onder valt. De rechter behandelt de zaak toch, om de Raad voor de Kinderbescherming de gelegenheid te bieden ambtshalve onderzoek te doen en te beoordelen of de door het kind gewilde wijziging van het gezag noodzakelijk is.

Machtiging gesloten plaatsing met ingang van het moment dat de minderjarige uit detentie komt

Een minderjarige jongen met autisme zit vast op verdenking van seksueel misbruik van meerdere kinderen, waaronder zijn broertje. De GI verzoekt een machtiging om de minderjarige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling. Uit onderzoek bij de Forca, de observatieafdeling van het Forensisch Centrum Teylingereind, is het advies gekomen de minderjarige binnen de gesloten jeugdzorg in Harreveld te plaatsen, in een groep met expertise wat zedendelicten en autisme betreft, om de juiste controle en toezicht en behandeling te bieden. De rechtbank verleent de machtiging gesloten jeugdhulp voor de periode van de ondertoezichtstelling. Nu de minderjarige vanwege een veroordeling voor de strafzaken eerst nog enige tijd in detentie zal verblijven, bepaalt de rechtbank dat de machtiging wordt verleend met ingang van het moment dat hij uit detentie komt.