Wet biedt geen ruimte met terugwerkende kracht een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen
De GI heeft de minderjarige vrijwillig uit huis geplaatst en daarmee niet voldaan aan het vereiste van artikel 1:265a van het BW. Dit kan niet worden hersteld door de machtiging met terugwerkende kracht te verzoeken, nu de wet geen ruimte biedt een machtiging tot uithuisplaatsing met terugwerkende kracht te verlenen. De kinderrechter moet voorts ex nunc toetsen of er wordt voldaan aan artikel 1:265b, eerste lid BW. Daarbij is een uithuisplaatsing een uiterst middel dat alleen ingezet mag worden als andere oplossingen om een kind in zijn thuissituatie te houden, geen uitkomst meer bieden. Gelet op de recente ontwikkelingen in de situatie zijn er thans onvoldoende gronden aanwezig om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 13-01-2021