Verzoeker verliest Nederlanderschap ex artikel 15 lid 1 aanhef onder c Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). Herkrijgt het Nederlanderschap met terugwerkende kracht op grond van een geslaagd beroep op de Unierechtelijke evenredigheidstoets. Onder andere van belang dat hij in redelijkheid niet voor een verklaring van stuiting kon zorgen en een sterker dan gewone ouder-kindband heeft met zijn Nederlandse moeder.

Bevel terugverhuizing moeder die toen zij alleen met het gezag was belast, met kind is vertrokken

Een moeder en haar dochter staan sinds half april 2019 in de Basisregistratie Personen geregistreerd als ‘geëmigreerd’. De vader heeft zijn dochter in maart 2019 voor het laatst gezien. Op het moment van het vertrek was de moeder eenhoofdig met het gezag belast, maar was wel al een verzoek van de vader tot gezamenlijk gezag aanhangig. Het hof heeft geoordeeld dat de moeder op het moment van verhuizen alleen belast was met het gezag en daarom in beginsel de bevoegdheid had de minderjarige naar eigen inzicht te verzorgen en op te voeden en dus ook haar woonplaats te bepalen. In cassatie oordeelt de Hoge Raad echter dat de vader ten tijde van de beslissing van het hof inmiddels gezamenlijk met de moeder met het gezag was belast. Naar het oordeel van de Hoge Raad heeft het hof miskend dat art. 1:253a BW ten tijde van zijn beslissing dus een grondslag bood om de moeder te gelasten terug te verhuizen. De Hoge Raad merkt nog op dat ook bij eenhoofdig gezag een grondslag bestaat om de keuzevrijheid van de met het gezag belaste ouder ten aanzien van de woonplaats van het kind te beperken, als deze ouder niet voldoet aan de verplichting omgang tussen het kind en de andere ouder te bevorderen (art. 1:247 lid 3 BW).

Marokkaans familierecht geeft in artikel 49 Mudawwana 2004 de mogelijkheid dat de vrouw aanspraak kan maken op een vergoeding van tijdens het huwelijk geleverde inspanningen die hebben bijgedragen aan de vermogensvermeerdering van de man. In dit geval is echter geen sprake van een dergelijke vermogensaanwas: er zijn schulden en een erfenis wordt niet meegerekend.

Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980. Geen sprake van berusting (art. 13 lid 1 sub a HKOV). Geen sprake van lichamelijk of geestelijk gevaar/ondragelijke toestand (art. 13 lid 1 sub b HKOV). Beroep op Verdrag van Istanbul. Hof beveelt terugkeer van kinderen.

Coronavaccinatie. Kind maakt gebruik van de informele rechtsingang om vervangende toestemming te krijgen voor vaccinatie tegen corona. Bezwaren tegen vaccinatie worden door de rechter gemotiveerd verworpen. Zwaarwegend belang van het kind bij vaccinatie en ongefundeerde zorgen over risico’s op lange termijn.

Deze uitspraak gaat over de vraag of een verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige direct (bij prorogatie) bij het gerechtshof kan worden gedaan.

Toetsingskader verzoek moeder om gezamenlijk gezag is niet artikel 1:253b lid 3 en 4 BW, maar artikel 1:253c BW. Volgens het hof valt niet in te zien waarom voor een moeder die voor het eerst gezamenlijk gezag vraagt een zwaarder criterium moet gelden dan in de spiegelbeeldsituatie.

Herroeping adoptie op verzoek minderjarige. Informele rechtsingang minderjarige. Benoeming bijzondere curator.

Voornaamswijziging. Voornaam van een 12-jarige wordt gewijzigd zodat hij in officiële documenten niet langer geconfronteerd wordt met de meisjesnaam die hij al lang niet meer draagt.

Verzoek om bijzondere curator door de minderjarige, die daarbij wordt bijgestaan door een advocaat. Op grond van artikel 22a Rv is kennisneming van het voogdijplan voorbehouden aan de advocaat van de minderjarige. Benoeming van een bijzondere curator is niet noodzakelijk en niet in het belang van de minderjarige. De verwachting bestaat dat de strijd rondom de minderjarige hierdoor zal toenemen.