Rechtbank aanvaart bevoegdheid te beslissen over verbintenisrechtelijk geschil op uitdrukkelijk verzoek van partijen. Rechtbank bepaalt dat de vrouw niet onrechtmatig de zorgovereenkomsten met de man en zijn moeder heeft beëindigd, bepaalt dat de man bevoegd is tot toegang tot de DigD van het kind en wijzigt de zorgregeling niet.

De vrouw heeft geen spoedeisend belang en is niet-ontvankelijk in haar vorderingen voor zover die voorzieningen betreffen die in de verzoekschriftprocedure op grond van artikel 1:253a BW (hadden) kunnen worden verzocht.

Gezag over minderjarige. Verplichte procesvertegenwoordiging voor gecertificeerde instelling (art. 1:283 BW)? Maatstaf voor beoordeling verzoek ene ouder ex artikel 1:274 lid 2 BW om te worden belast met gezag nadat gezag andere ouder is beëindigd.

Erkenning van in Nederland gesloten huwelijk naar buitenlands recht. Geen ontbinding huwelijk door buitenlandse rechtbank. Nederlandse rechter spreekt terecht echtscheiding uit.

Relatievermogensrecht. Geen uitzondering op draagplicht schulden. Geen verknochtheid studieschuld. Artikel 1:100 BW, artikel 1:94 BW.

Ontkenning vaderschap naar Iers recht toegewezen. Verzoeker behoudt geslachtsnaam. Strikte toepassing van het rechtsgevolg van de toewijzing blijft achterwege ingevolge artikel 8 EVRM.

Betekenis vermelding vader Oekraïense geboorteakte; omgangsrecht.

Toewijzing eenhoofdig gezag en voorlopige ontzegging van de omgang in verband met verdenking van bezit kinderpornografisch materiaal.

Partneralimentatie. Draagkracht directeur-grootaandeelhouder. Leidt rekening houden met dividenduitkering uit vennootschap tot dubbeltelling? De vraag is aan de orde of bij het bepalen van de draagkracht van de man rekening moet worden gehouden met het bedrag dat hij aan de vrouw heeft betaald in verband met de aandelenoverdracht in het kader van de huwelijksvermogensrechtelijke afwikkeling.

De moeder wil haar kind een gecombineerde geslachtsnaam geven, maar de vader geeft daarvoor geen toestemming. Daarom verzoekt de moeder primair om vervangende toestemming om – kort gezegd – gebruik te kunnen maken van de overgangsregeling in de WIGG, en subsidiair om vervangende toestemming ex artikel 1:253a jo. artikel 1:7 BW om een verzoek tot ‘naamswijziging’ in te kunnen dienen bij Justis. De moeder is door de meervoudige kamer niet-ontvankelijk verklaard in haar beide verzoeken.