Onvoldoende waarborgen voor de ouders bij informele weg die GI volgt inzake perspectiefbesluit
De GI verzoekt de OTS en UHP van een jongen van 22 maanden, die al twintig maanden bij een pleeggezin is geplaatst, voor een jaar te verlengen. De GI stelt al in september 2021 het standpunt te hebben bepaald dat het perspectief van de minderjarige niet meer bij de ouders ligt, maar de rechtbank wilde zich daar toen niet over uitspreken. De GI vraagt de rechtbank nu, naast de verlenging van de maatregelen, deze opvoedvisie te ondersteunen en bekrachtigen. De kinderrechter concludeert echter dat de informele weg die de GI in deze procedure heeft gevolgd, onvoldoende waarborgen voor de ouders met zich brengt. Omdat het voor alle betrokkenen belangrijk is dat er in de komende maanden een inhoudelijke discussie over het perspectief wordt gevoerd en er daar waar mogelijk ook een beslissing over wordt genomen, vat de kinderrechter de vraag van de GI op als een verzoek op grond van de geschillenregeling. De kinderrechter verwijst dit verzoek ter verdere behandeling en beoordeling naar de meervoudige kamer van de rechtbank.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 20-12-2022