De vrouw woonde na het uiteengaan van partijen in de echtelijke woning met de kinderen. Zij is daaruit in 2013 vertrokken om te gaan samenwonen met haar nieuwe partner. De man is in het huis gaan wonen. Thans worden de woonlasten bij helfte door de man en de vrouw gedragen. De vrouw vraagt om de man haar een vergoeding voor het gebruik van de gezamenlijke woning te laten betalen. Deze wordt gebaseerd op artikel 3:169 BW. Het hof wijst het verzoek af, omdat de vrouw in de periode vanaf het uiteengaan van partijen op 1 april 2010 tot aan 22 april 2013, toen zij in de woning woonde, ook geen gebruiksvergoeding aan de man heeft betaald en toen bovendien de kosten van de woning niet bij helfte, maar naar rato van inkomen werden gedeeld. De vrouw betaalde minder. De man heeft een evenzo lange periode als de vrouw recht op gebruik van de woning zonder daarvoor een vergoeding te hoeven betalen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 30-10-2014