Echtscheiding; limitering partneralimentatie en verdeling gemeenschap. Limitering: rechtbank limiteert de partneralimentatie tot het tijdstip waarop de vrouw AOW ontvangt. Verdeling van de gemeenschap: vrouw beroept zich op vergoedingsrechten ter zake onder uitsluitingsclausule verkregen gelden uit erfenis. Rechtbank gaat uit van de hoofdregel dat er een vergoedingsrecht op de gemeenschap is ontstaan, maar dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de vrouw haar vergoedingsrechten volledig effectueert.

Vechtscheiding. Moeder heeft haar kind sinds begin 2013 (kind was toen anderhalf), niet meer gezien. Vader is niet in staat de moeder een plaats te geven in het leven van de minderjarige. Vader heeft nergens medewerking aan gegeven. Rechtbank bepaalt hoofdverblijfplaats bij moeder, maar laat gezamenlijk gezag in stand. Deze beslissing kan op verzoek van de moeder met de sterk arm worden uitgevoerd. Bovendien bepaalt de rechtbank dat de moeder door middel van gijzeling van ten hoogste een week kan bewerkstelligen dat de hoofdverblijfplaats bij haar komt te berusten. Beslissing over verdeling zorg- en opvoedingstaken wordt aangehouden.

Nihilstelling partneralimentatie per 1 oktober 2016. Afnemende lotsverbondenheid in samenhang met de inspanningsverplichting aan de zijde van de alimentatiegerechtigde om in eigen levensonderhoud te voorzien en het feit dat de vrouw uitdrukkelijk weigert om de man enige inzage te geven in de wijze waarop zij invulling geeft aan haar inspanningsverplichting alsmede het tijdsverloop sinds de vorige beschikking van het hof uit 2011 leiden het hof ertoe dat een rechtens relevante wijziging van omstandigheden wordt aangenomen die noopt tot herbeoordeling van de alimentatieaanspraak. Hof stelt alimentatie per 1 oktober 2016 op nihil.

Machtiging plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp. Is de niet met het gezag belaste vader ontvankelijk in zijn hoger beroep?

Kinderalimentatie. Forfaitaire normen. Het is niet in strijd met het wettelijk kader indien de alimentatierechter bij de bepaling van de draagkracht rekening houdt met forfaitaire normen, omdat niet iedere post met betrekking tot de draagkracht kan worden vastgesteld. Een forfaitair rekensysteem kan wat de draagkracht betreft naar het oordeel van het hof echter niet worden gehanteerd indien de werkelijke lasten van de alimentatieplichtige aanmerkelijk lager zijn en uitsluitend als gevolg van de rekenmethode niet meer in de volledige behoefte van het kind kan worden voorzien.

Hoogtechnologisch draagmoederschap. Wensouders zijn de biologische ouders van het kind. Draagouders zijn al ontheven van het gezag. De wensouders zijn benoemd tot voogden. Adoptie: niet wordt voldaan aan de voorwaarde van de verzorgingstermijn van een jaar (artikel 1:228 lid 1 sub f BW). Rechtbank gaat daaraan voorbij, omdat deze in deze specifieke situatie niet verenigbaar is met artikel 8 jo. 14 EVRM.

Alimentatie meerderjarige, zodra deze 21 is. Hof legt derdenbeding in echtscheidingsconvenant ten behoeve van beide kinderen ruimer uit dan rechtbank en concludeert dat de meerderjarige ook na haar 21ste daarop een beroep kan doen, maar het hof beperkt dat beroep tot de periode dat de meerderjarige na haar 21ste behoeftig is. Hof neemt aan dat aan de behoeftigheid een einde komt na het behalen van het mbo-diploma.

Officier van justitie verzoekt nietigverklaring van vier erkenningen in Nederland in 1998 en 1999 gedaan van Colombiaanse kinderen. Rechtbank stelt eerst vast dat zij rechtsmacht heeft. Voorts dat de door de officier gepresenteerde rechtsfeiten en rechtshandelingen voor erkenning in aanmerking komen. De rechtbank past Nederlands recht toe op de verzoeken tot nietigverklaring en verklaart de erkenningen nietig wegens strijd met de openbare orde.

Man verzoekt in hoger beroep van echtscheidingsbeschikking een bepaalde verdeling. Hof wijst verzoek af, omdat de man geen vermogensbeschrijving heeft overgelegd die de basis kan vormen voor de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden inhoudende uitsluiting van de gemeenschap van goederen met periodiek verrekenbeding. Vrouw vordert in hoger beroep afgifte van de sleutels van de woning die aan haar is toebedeeld. Hof overweegt dat deze vordering geen verzoek tot een nevenvoorziening is als bedoeld in artikel 827 Rv en dat een dergelijke vordering niet voor het eerst in hoger beroep kan worden gedaan. Niet-ontvankelijkheid.

Kan van de benoeming van een bijzondere curator in hoger beroep worden gegaan? Neen, oordeelt het hof. Het gaat om een tussenbeschikking die geen einde maakt aan enig deel van het geschil.