Voortzetting ondertoezichtstelling die voor een half jaar was uitgesproken met nog een half jaar? Hof vernietigt beschikking rechtbank, omdat er geen concrete ontwikkelingsdreiging is. Bovendien is de ondertoezichtstelling niet effectief gebleken. Ouders strijden weliswaar en de moeder kampt met psychiatrische problematiek, maar met de kinderen van 15 en 17 jaar gaat het goed. Zij verzetten zich tegen de ondertoezichtstelling.

Een verzoek tot afgifte van een voorwaardelijke machtiging tot plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp dient te voldoen aan de vereisten van artikel 6.1.4 Jeugdwet, ook waar het gaat om het vermelden, in het hulpverleningsplan, welke medewerker van de jeugdhulpaanbieder bevoegd is tot het nemen van het besluit dat de jeugdige opgenomen wordt omdat hij zich niet houdt aan de vooraf overeengekomen voorwaarden of de opneming noodzakelijk is om te voorkomen dat de jeugdige zich onttrekt of onttrokken wordt. Verzoek afgewezen, omdat – ondanks gelegenheid tot herstel – geen medewerker is aangewezen.

Het ‘afnemen’ of ‘vervallen’ van lotsverbondenheid kan geen grond zijn voor beëindiging van de alimentatieverplichting, ook niet in samenhang met andere omstandigheden. Voorts oordeelt de Hoge Raad dat niet de alimentatiegerechtigde maar degene die zich beroept op een definitieve beëindiging van de alimentatieplicht de feiten en omstandigheden dient aan te voeren ter zake de mogelijkheden die voor de alimentatiegerechtigde bestaan om na het uiteengaan van partijen werk te vinden of een opleiding te volgen.

Overleggen van alleen inkomensverklaringen van Belastingdienst Caribisch Nederland onvoldoende om gebrek aan draagkracht te onderbouwen, aldus het hof. De Hoge Raad acht dit oordeel niet onbegrijpelijk.

Beëindiging van het gezag van de vader. Dochter verblijft bij moeder. Er is een ondertoezichtstelling. De vader had omgang met zijn dochter, maar die omgang is na enige tijd voor de duur van de ondertoezichtstelling beëindigd. Kan de Raad voor de Kinderbescherming om gezagsbeëindiging vragen, als er geen uithuisplaatsing aan de orde is en ook de moeder zelf wijziging van het gezamenlijk gezag in eenhoofdig gezag kan vragen? Het hof beantwoordt die vraag bevestigend voor die situaties dat het gezamenlijk gezag zodanige belastende conflicten of problemen oplevert voor het kind dat deze een ernstige bedreiging opleveren voor diens ontwikkeling en daarin niet binnen een voor het kind aanvaardbare termijn voldoende verbetering valt te verwachten.

Herstel van de moeder in het ouderlijk gezag.

Kinderalimentatie. Bijdrage van de stiefouder in de kosten van de kinderen. In de omstandigheden van het geval dient de stiefvader een derde van de behoefte van de kinderen voor zijn rekening te nemen en de ouders samen twee derde.

Vernietiging erkenning op verzoek van meerderjarig kind. Toepassing van artikel 1:205 lid 4 BW. Rechtbank meent dat aan de vereisten van dit artikellid niet wordt voldaan, maar past het toch toe in het licht van artikel 8 EVRM, omdat het biologische en maatschappelijke belang moet prevaleren boven de strikte toepassing van artikel 1:205 lid 4 BW.

Is het rechtens toegestaan dat de rechter op de voet van artikel 4:209 BW, naar aanleiding van een daartoe gedaan gecombineerd verzoek, in één beschikking zowel de kosteloze vereffening van de nalatenschap als de opheffing van de vereffening beveelt en dat daarmee de aan het verzoek tot opheffing verbonden griffierechten ten laste van de Staat worden gebracht? De Hoge Raad beantwoordt het eerste deel van de vraag ontkennend en het tweede deel van de vraag bevestigend.

Vader verzoekt beëindiging van het gezamenlijk gezag. Hij wil dat de moeder alleen met het gezag zal zijn belast. Verder wil hij dat de zorgregeling wordt beëindigd. De rechtbank wijst de verzoeken toe.