Pensioenverevening. Buitenlands pensioen. Geen recht op uitbetaling jegens buitenlandse pensioenuitvoerder. Eisen van redelijkheid en billijkheid die in de verhouding tussen ex-echtgenoten gelden, brengen niet anders mee.

Pensioenverrekening. Partijen waren getrouwd in gemeenschap van goederen en zijn in 1993 gescheiden. De vrouw vordert nu de helft van het door de man tot aan de echtscheiding opgebouwde pensioen. De man stelt dat de pensioenrechten al waren verdeeld en dat er sprake is van rechtsverwerking. De rechtbank wijst beide weren af en bepaalt dat de vrouw recht heeft op pensioenverrekening. De zaak wordt aangehouden voor de bepaling van de omvang van het te verrekenen deel van het pensioen.

Kinderalimentatie. Beide kinderen uit huis geplaatst bij de man van 1 maart 2016 tot 1 november 2017. Man heeft kinderalimentatie verzocht van de vrouw. De vrouw is in eerste aanleg niet verschenen. De rechtbank heeft de kinderalimentatie vastgesteld conform het verzoek. In hoger beroep oordeelt het hof dat de vrouw geen draagkracht heeft (bijstandsuitkering), ook niet om een minimale bijdrage van € 25 per kind per maand te betalen.

Oneigenlijk gebruik van de mogelijkheid om gezagsbeëindiging te verzoeken. De aanleiding tot het verzoek is gelegen in de verstoorde relatie tussen de ouders. Dat de vader dientengevolge niet meewerkt aan het nemen van belangrijke beslissingen voor de minderjarige betekent dat eenhoofdig gezag wellicht in de rede ligt, maar is geen reden voor gezagsbeëindiging op grond van artikel 1:266 lid 1 sub a BW.

Verdeling huwelijksgemeenschap. Vrouw heeft tijdens huwelijk letselschade-uitkering ontvangen. Deze is besteed aan een auto, aandelen en de verbetering en verbouwing van de woning. Van de voor de vergoeding in de plaats getreden goederen kan niet worden aangenomen dat zij op dezelfde wijze verknocht zijn als de letselschade-uitkering.

Kort geding. Moeder vordert opschorting van de tenuitvoerlegging van de machtiging uithuisplaatsing van haar twee kinderen. Vordering wordt afgewezen. De machtiging uithuisplaatsing is niet gebaseerd op een kennelijk misslag. Integendeel, de door de advocaat van de moeder aangevoerde feiten zijn onjuist en in strijd met artikel 21 Rv aangevoerd. De wijze waarop de kinderen uit huis zijn geplaatst (uit school meegenomen door GI) heeft niet tot een noodtoestand geleid. Vordering afgewezen.

Verdeling naar billijkheid van het naar het recht van de staat New York tot het huwelijksvermogen behorende door de vrouw opgebouwde pensioenrecht. Aan de man komt 25 procent van de opgebouwde waarde toe, aan de vrouw 75 procent.

De curator, moeder van curanda, verzoekt de kantonrechter toestemming te verlenen om namens curanda af te zien van een beroep op de legitieme portie. Curanda is in het testament van haar vader uitgesloten als erfgenaam. Haar legitieme portie zou € 20.000 bedragen. De kantonrechter wijst het verzoek af. Het beschikken over het vermogen om te voorzien in het eigen levensonderhoud gaat voor het beroep op de algemene middelen.

Geschillenregeling bij ondertoezichtstelling. Rechtbank beslist dat er geen geschil is op grond van artikel 1:262b BW. Van een beslissing op grond van dit artikel is geen hoger beroep toegelaten. Hof oordeelt dat het appelverbod in dit geval doorbroken moet worden. De rechtbank heeft ten onrechte artikel 1:262b BW buiten toepassing gelaten. Dat moet in appel rechtgezet kunnen worden.

Partneralimentatie. Bij eerste vaststelling uitgegaan van onjuiste of onvolledige gegevens? Gezag van gewijsde.