Niet-ontvankelijk hoger beroep. Vrouw komt in hoger beroep van beschikking waarbij DNA-onderzoek in een procedure tot ontkenning van het vaderschap is gelast. Deze beschikking is een tussenbeschikking waarvan slechts tegelijk met de eindbeschikking in hoger beroep kan worden gekomen.

Curatele. Benoeming in dit bijzondere geval van drie curatoren (beide ouders van een meervoudig beperkt kind en zijn zuster). De beperking van artikel 1:383 BW dient in dit bijzondere geval in verband met de eisen die voortvloeien uit artikel 8 EVRM en artikel 19 Gehandicaptenverdrag buiten toepassing te blijven.

Ambtshalve beëindiging van het gezag uitgesproken door de kinderrechter op grond van artikel 1:267 lid 2 BW (geschil over beëindiging gezag tussen Raad en GI). Hof gelast nader onderzoek in verband met het belang van de kinderen meer bij de leefwereld van de Somalische moeder en (stief)vader betrokken te worden.

Schriftelijke aanwijzing. Verzoek tot bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing aan de vader om contact te onderhouden met de gezinsmanager en medewerking te verlenen aan hulpverlening voor de minderjarige op straffe van een dwangsom. Rechtbank wijst verzoek toe en bepaalt de dwangsom op € 50 per keer dat de vader de uit de aanwijzing voortvloeiende afspraken en/of verplichtingen niet nakomt met een maximum van € 5.000.

Aanvulling van de registers van de burgerlijke stand met een akte van geboorte en akte van overlijden van een in 1976 geboren en op dezelfde dag overleden kind.

Melding van het vermoeden van kindermishandeling bij Veilig Thuis door het wijkteam van de gemeente. Is die melding onrechtmatig jegens de moeder? Kantonrechter meent van niet. Het belang van het kind bij het krijgen van de juiste zorg rechtvaardigt in dit geval een inbreuk op het recht op privacy.

Partneralimentatie. Wijziging van omstandigheden. De dienstbetrekking van de man is geëindigd. De man ontvangt WW en 10% van het pensioen. De vrouw heeft een erfenis ontvangen en haar deel van het pensioen van de man dat reeds wordt uitgekeerd. Van de vrouw wordt verwacht dat zij inteert op het uit erfenis ontvangen vermogen. Verminderde behoefte.

Ondertoezichtstelling. Rechtbank en hof wijzen verzoek machtiging tot uithuisplaatsing minderjarige van bijna 16 jaar af. Hoofdverblijfplaats is bepaald bij vader, maar dochter woont feitelijk bij moeder. GI meent dat er geen juridische grondslag is voor de feitelijke verblijfplaats. GI vindt dat zij niet met behulp van artikel 1:265g BW een grondslag voor deze feitelijke verblijfplaats kan creëren. Dat zou oneigenlijk gebruik van dit artikel zijn. Hof meent dat dit wel kan.

Rechtbank heeft uitvoerbaar bij voorraad machtiging tot uithuisplaatsing van het ongeboren kind verleend met ingang van de dag van geboorte tot ongeveer een jaar later. Ouders vragen in hoger beroep schorsing van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Hof wijst het verzoek tot schorsing af.

Bewind. Verzoeker niet-ontvankelijk in verzoek tot machtiging om de woning van betrokkene te verkopen en te leveren, aangezien betrokkene in staat is zelf toestemming te geven en die ook wil geven, blijkens een door haarzelf ondertekend verzoek aan de kantonrechter.