Erfrecht. Echtpaar overlijdt tijdens huwelijksreis aan de gevolgen van voedselvergiftiging. Eerst overlijdt de vrouw, dan de man. Er zijn geen testamenten. Wie is erfgenaam van de vrouw: de man of haar familie? Het hof oordeelt dat de man erfgenaam is van de vrouw volgens de wettelijke regel van erfrecht (art. 4:10 lid 1 BW). Het is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar om de wettelijke regel gewoon toe te passen.

Partneralimentatie; artikel 1:160 BW. Gedeeltelijk samenwonen en gedeeltelijk bijdragen in de kosten van elkaars huishouding is niet voldoende om te voldoen aan de zware eisen van ‘samenleven als waren zij gehuwd’ van artikel 1:160 BW.

‘Overeenkomst inzake beëindiging samenleving’ is een verdeling als bedoeld in artikel 3:182 BW. Wat betreft de woning van partijen is die overeenkomst (gewijzigd) uitgevoerd. De vrouw heeft dan ook niets meer te vorderen van de man.

Is artikel 1:96 BW inzake het verhaal van schulden in het geval van een gemeenschap van goederen, van openbare orde in de internationaal-privaatrechtelijke betekenis, zodat andersluidend Roemeens huwelijksvermogensrecht dat het huwelijksvermogensregime van de echtgenoten beheerst, buiten toepassing moet worden gelaten (art. 10:6 BW)?

Procesrecht. Toelaatbaarheid zelfstandig verzoek in hoger beroep in geval van geschil ex artikel 1:253a BW over een zorgregeling. Zelfstandig verzoek is toelaatbaar, gelet op het feit dat de rechter in zaken van geschillen over de uitoefening van het ouderlijk gezag niet zonder meer gebonden is aan de verzoeken van de ene of de andere ouder.

Uzbyakov t. Rusland, EHRM 5 mei 2020, nr. 71160/13

Klager heeft 17 jaar lang samengewoond met O.M.; zij hebben vijf kinderen, maar klager heeft die nooit erkend. Nadat O.M. tijdens klagers afwezigheid is overleden zijn de kinderen in een instelling geplaatst; het jongste kind is geadopteerd. Pogingen van klager om het gezag over zijn jongste kind terug te krijgen zijn mislukt. Het Hof overweegt dat de autoriteiten redelijkerwijze op de hoogte konden zijn geweest van klagers bestaan en dat er vervolgens in de procedures te weinig rekening is gehouden met zijn belangen. Er is daarom sprake van een schending van art. 8 EVRM.

Beëindiging van het gezag wegens misbruik van het gezag door de ouders. De baby is ernstig mishandeld. Ook al staat niet vast wie van beide ouders de baby heeft mishandeld, beide ouders hebben de veiligheid van het kindje onvoldoende gewaarborgd en hun ouderlijke verantwoordelijkheid ernstig verzaakt.

Kinderalimentatie. Ter zitting bij de rechtbank is overeenstemming bereikt tussen partijen. Man wil daarvan in hoger beroep terugkomen. Hij heeft nadien een nieuwe grief aangevoerd, voor zover de overeenstemming in stand blijft. Hof laat de nieuwe grief buiten beschouwing op grond van de tweeconclusieregel. Hof veroordeelt de man in de proceskosten in hoger beroep.

Kort geding. Vrouw vordert nakoming van de zorgregeling die door de man is stopgezet in verband met corona. Rechtbank wijst de vordering van de vrouw deels toe.

Beschermingsbewind. Hof verleent machtiging voor de vorderingen die de kinderen van de rechthebbende vader hebben uit hoofde van het feit dat zij erfgenaam zijn van hun moeder.