Uithuisplaatsing. Het hof had graag gezien dat was onderzocht of de praktische problemen van uithuisplaatsing in een netwerkpleegezin (de broer van de vader en zijn echtgenote), namelijk een beperkte woonruimte, konden worden opgelost. Weliswaar behoort het tot het beleid van de gecertificeerde instelling (GI) om de plaats van uithuisplaatsing te bepalen, maar in het licht van het door artikel 30 IVRK gewaarborgde belang van de kinderen om hun eigen, in dit geval Turkse, cultuur te beleven, was zo’n nader onderzoek aangewezen. Gebleken was dat de broer van de vader en zijn echtgenote over voldoende pedagogische vaardigheden beschikken om de beide kinderen, gelet op hun kindeigen problematiek, in hun gezinssituatie op te voeden en te verzorgen. Slechts de woonruimte was niet toereikend om de kinderen bij hen te plaatsen. Het hof vindt in die zin de beschikking waarvan beroep onvoldoende gemotiveerd. De termijn van de machtiging tot uithuisplaatsing is reeds verstreken en aan de wettelijke vereisten tot uithuisplaatsing was voldaan. Daarom kan het hof niet anders dan de beschikking toch bekrachtigen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 24-09-2015