Update
Uitspraken van 15-06-2015 tot 18-06-2015
Redactie: W.M. Schrama, L. Hu, M. Jonker, M. van der Leeden en J. Tigchelaar.
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Onderbewindstelling. Betrokkene niet gehoord. Kantonrechter heeft betrokkene niet gehoord, omdat uit de stukken voldoende bleek dat betrokkene zijn belangen niet zelf ten volle behoorlijk zou kunnen behartigen. Het hof stelt dat horen alleen achterwege blijft als dat zinloos of onverantwoord is. Niet is gebleken dat de kantonrechter dat is nagegaan. Weliswaar bleek uit het verzoekschrift dat betrokkene in coma lag, maar niet is nagegaan of die situatie ten tijde van het maanden later behandelde verzoek nog zo was. Dat achtte het hof wel aangewezen, temeer nu het om een ingrijpende maatregel gaat. Reeds hierom dient de beschikking vernietigd te worden. Buiten dat heeft het hof de beschikking vernietigd, omdat er geen noodzaak tot onderbewindstelling bestond. 28-05-2015
- Gerechtshof Amsterdam Artikel 1:253a lid 1 BW. Geschil uitoefening gezamenlijk gezag. De rechtbank heeft bij afzonderlijke beschikkingen de hoofdverblijfplaats van het ene kind bij de man en van het andere kind bij de vrouw bepaald. De man verzoekt in hoger beroep de verblijfplaats van het andere kind ook bij hem te bepalen. Het hof acht het van belang dat bij een echtscheiding tussen de ouders die beiden capabel zijn tot opvoeding van de kinderen een zo evenwichtig mogelijke situatie wordt gecreëerd en dat aldus aan beide kinderen het signaal wordt gegeven dat beide ouders gelijkwaardig zijn. Nu de hoofdverblijfplaats van het ene kind bij de man is bepaald, is het hof van oordeel dat het belang van het andere kind meebrengt dat zijn hoofdverblijfplaats bij de vrouw wordt bepaald. Dat dit kind het merendeel van de tijd doorbrengt bij de man leidt niet tot een ander oordeel. De stelling van de man dat de met de hoofdverblijfplaats samenhangende financiële voordelen, gelet op de overwegende mate van verblijf bij hem, aan hem dienen toe te komen, legt onvoldoende gewicht in de schaal. 26-05-2015
- Gerechtshof Den Haag Verhaalsbijdrage. Vanaf 1 januari 2015 wordt naar het oordeel van het hof bijstand aan een alleenstaande ouder niet langer verleend mede ten behoeve van minderjarigen. Daarom is er geen grondslag meer voor verhaal van bijstand die is gebaseerd op de onderhoudsplicht jegens een minderjarige. Het hof is van oordeel dat als gevolg van de Wet hervorming kindregelingen de sociale dienst geen bijstand meer ten behoeve van minderjarige kinderen verleent. De uitkering voor alleenstaande ouders is daarom ook verminderd. Ter (gedeeltelijke) compensatie ontvangen alleenstaande ouders een verhoogd kindgebonden budget dat uitbetaald wordt door de Belastingdienst. Hierom bestaat naar het oordeel van het hof voor de sociale dienst met ingang van 1 januari 2015 geen verhaalsrecht meer ten laste van de man ter zake de ten behoeve van de kinderen van partijen gemaakte kosten van bijstand. 22-04-2015