Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

4.857 resultaten

Rechtspraak

PFR 2015-0258

Ambtshalve wijziging gezamenlijk gezag in eenhoofdig gezag op verzoek minderjarige aan wie bijzondere curator is toegewezen mogelijk? In deze zaak is tussen de ouders in 1999 de echtscheiding uitgesproken. Het gezamenlijk gezag is in stand gebleven. Nadien heeft de moeder verzocht haar alleen met het gezag te belasten. De rechtbank heeft dat verzoek afgewezen. Dat is bekrachtigd door het hof. Thans heeft de minderjarige zich per brief tot de rechtbank gewend om de zorgregeling tussen hem en zijn vader te wijzigen. Er is een bijzondere curator benoemd die voor de minderjarige heeft verzocht om eenhoofdig gezag van de moeder. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen. Het hof beantwoordt de vraag of de bijzondere curator ten behoeve van de minderjarige dit verzoek kon doen, bevestigend. Het hof verwijst eerst naar HR 4 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2241. Het staat de minderjarige niet vrij een verzoek te doen tot wijziging van het gezag ex artikel 1:251a lid 4 BW, als de rechter zich daarover reeds een oordeel heeft gevormd. Dat geval doet zich hier voor (beschikking hof 7 juni 2011). Maar, zo stelt het hof, ten tijde van de beschikking van het hof, was de minderjarige 13 jaar oud en niet gebleken is dat de minderjarige in de procedure bij het hof is gehoord of daartoe is opgeroepen. Het moet ervoor worden gehouden dat dat niet is gebeurd en er geen rekening kon worden gehouden met de mening van de minderjarige. Gelet daarop en gelet op artikel 12 lid 2 IVRK, is het hof van oordeel dat de rechtbank zich terecht vrij heeft geacht ambtshalve op het verzoek van de minderjarige een beslissing te geven. Dat de bijzondere curator buiten het boekje is getreden, nu de minderjarige slechts om wijziging van de zorgregeling verzocht en zij heeft verzocht om gezagswijziging wijst het hof af.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 28-07-2015

Rechtspraak

PFR 2015-0255

IPR. Bevoegdheid Nederlandse rechter inzake internationale onderhoudsverplichting. Brussel II-bis en Alimentatieverordening. Eerder is door de Rechtbank Amsterdam op 5 maart 2014 voor recht verklaard dat de ouders gezamenlijk zijn belast met het gezag over de minderjarige. Beslist is dat de minderjarige de hoofdverblijfplaats heeft bij de vrouw, dat zij mocht verhuizen en is een zorgregeling vastgesteld. Na grotendeels bekrachtiging in hoger beroep is door de man cassatieberoep ingesteld. De vrouw verblijft sinds 7 maart 2014 met het kind in Italië. De man heeft een nieuw verzoek gedaan tot vaststelling van een kinderbijdrage. Hij stelt dat de Nederlandse rechter de bevoegdheid heeft behouden die hem in de eerdere procedure toekwam op basis van artikel 8 en 10 Brussel II-bis. Het hof oordeelt dat het nieuwe verzoek losstaat van het eerdere. Het hof ziet geen connexiteit. De kinderbijdrage maakte geen deel uit van de eerdere procedure, ook al had de vrouw daar aanvankelijk wel om verzocht. Ook artikel 12 Brussel II-bis kan geen grondslag bieden, nu uit de proceshouding van de vrouw blijkt dat zij de bevoegdheid van de Nederlandse rechter niet aanvaardt. Zaken betreffende onderhoudsverplichtingen zijn uitdrukkelijk van het toepassingsgebied van Brussel II-bis uitgesloten. De Alimentatieverordening (inwerkingtreding 18 juni 2011) wijst als bevoegde rechter die van de lidstaat van de gewone verblijfplaats van verweerder of van de onderhoudsgerechtigde aan (Italië). Nederlandse rechter onbevoegd.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 21-07-2015