Ook in een verzoekschriftprocedure is er plaats voor het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv.

Voorlopige machtiging tot gesloten plaatsing in strijd met de wet verleend, nu minderjarige eerst na veertien dagen is gehoord.

Vintman/Oekraïne

Gevangeniswezen moet zorgen voor plaatsing op bezoekafstand van familieleden.

Geen indicatiebesluit nodig bij uithuisplaatsing bij een tante, nu deze tante geen pleegouder is in de zin van de Regeling pleegzorg.

Het recht van de minderjarigen op toegang tot de rechter is voldoende gewaarborgd door belangenbehartiging door de wettelijk vertegenwoordiger(s) of – in geval de belangen van de minderjarige en zijn wettelijke vertegenwoordiger(s) niet gelijklopen – door benoeming van een bijzondere curator. Gelet op de huidige richtlijn van de rechterlijke macht ter zake artikel 1:250 BW moet ervan worden uitgegaan dat de mogelijkheid tot benoeming van een bijzondere curator effectief kan worden benut.

Begrip ‘belanghebbende’. Curatoren in faillissement van de vader zijn geen belanghebbenden in de zin van artikel 798 lid 1 Rv bij verzoek van de moeder tot benoeming van een bijzondere curator ex artikel 1:250 BW over de toen nog minderjarige kinderen.

IPR inzake verlenging maatregel van ondertoezichtstelling. Ten aanzien van twee van de drie kinderen die met de moeder vóór indiening van het verzoekschrift tot verlenging van de ondertoezichtstelling naar Duitsland zijn verhuisd is in casu de Nederlandse rechter op grond van artikel 8 Brussel II-bis bevoegd om van het betreffende verzoek kennis te nemen.

Afstamming. Afwijzing verzoek tot medewerking van moeder aan DNA-onderzoek ter vaststelling van biologisch vaderschap.

Partneralimentatie. Ontvangen alimentatiebijdrage moet door de vrouw aan de man worden terugbetaald, omdat zij blijkens haar inkomen in haar eigen kosten van levensonderhoud kon voorzien en derhalve niet behoeftig was.

Afwikkeling huwelijkse voorwaarden. Koude uitsluiting. Gelet op het bestendige gedrag van partijen gedurende het huwelijk is het in strijd met de redelijkheid en billijkheid om na een huwelijk van 44 jaar conform de huwelijkse voorwaarden af te rekenen. Partijen moeten dan ook met elkaar verrekenen als waren zij in gemeenschap van goederen gehuwd.