Naar boven ↑
4.334 resultaten

Rechtspraak

PFR 2015-0046

Partijen hebben bij echtscheidingsconvenant van 20 juni 2011 een overeenkomst over het levensonderhoud gesloten dat na de ontbinding van het huwelijk de een tegenover de ander niet gehouden is tot betaling van alimentatie. De vrouw verzoekt wijziging van de alimentatie, primair op de grond dat de overeenkomst is aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven. De man verweert zich dat partijen bewust zijn afgeweken van de wettelijke maatstaven. Partijen hebben voorafgaande aan de scheiding één afspraak gehad met een mediator die slechts ter sprake heeft gebracht dat de vrouw recht heeft op partneralimentatie gedurende twaalf jaren. Het inkomen van de man uit onderneming is niet aan de orde geweest. Het hof oordeelt dat op de mediator de verplichting rust zodanige informatie te verschaffen dat partijen inzicht hebben in hun rechten en verplichtingen. De advocaat in de echtscheidingsprocedure heeft partijen hierover evenmin voorgelicht. Deze had zich ervan moeten vergewissen of partijen zich bewust waren van hun rechten en verplichtingen, zodat zij niet zonder kennis van zaken daarvan afstand zouden doen. Nu dat niet is gebeurd, zijn partijen niet bewust afgeweken van de wettelijke maatstaven. Gelet op het inkomen van de man ten tijde van het sluiten van het convenant en de hoogte van het nettogezinsinkomen ten tijde van de samenleving is het hof van oordeel dat het convenant met grove miskenning van de maatstaven tot stand is gekomen.
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 10-12-2014