Hoge Raad: hof had grief inzake afwijzing contra-expertise moeten beoordelen
De rechtbank wijst het verzoek van de GI tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing van een minderjarige toe. Het verzoek van de ouders om een contra-expertise wordt afgewezen. In hoger beroep wijst het hof de (herhaalde) verzoeken van de ouders af. In cassatie oordeelt de Hoge Raad onder meer dat het hof niet alleen het in hoger beroep herhaalde verzoek daartoe, maar ook de grief tegen de afwijzing door de kinderrechter van dat verzoek heeft gepasseerd. Het hof heeft die grief verworpen op de grond dat het gevraagde onderzoek niet kan leiden tot een andere beslissing over de machtiging tot uithuisplaatsing, omdat de periode waarvoor deze is gegeven reeds is verstreken. Hiermee heeft het hof naar het oordeel van de Hoge Raad miskend dat voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de machtiging tot uithuisplaatsing ook van belang is of de kinderrechter het verzoek om contra-expertise mocht afwijzen. Het hof had de grief dan ook moeten beoordelen. Het onderdeel slaagt.
Hoge Raad, 09-07-2021